Fruit uit Nieuw-Zealand
De droge, warme zomers en zachte winters van Nieuw-Zeeland staan borg voor een ideaal teeltklimaat voor appelen en peren. De appelbomen groeien in gebieden die een duidelijke winterperiode kennen en een droge, warme zomer met intense zonneschijn. Zo moeten de bomen minstens 1200 uur per jaar een temperatuur onder de 7,2°C hebben.
Veel gebieden in Nieuw-Zeeland hebben een ideaal klimaat en een ideale bodemvruchtbaarheid voor het telen van appels. Het propere, heldere water en de onbevuilde atmosfeer staan garant voor een ongekende frisheid en kwaliteit van ons fruit.
Aanplantgebieden
-
Dit is de belangrijkste regio voor fruit in Nieuw-Zeeland. In Hawke’s Bay, worden alle appel- en peervariëteiten gekweekt. Deze regio heeft één van de grootste opbrengsten per hectare en staat bekend als de “Fruit Bowl” van Nieuw-Zeeland. Deze regio is ook het centrum voor steen- en zacht fruit.
-
Nelson is de regio in Nieuw-Zeeland waar al het langst appels worden gekweekt. Deze regio heeft zijn leidende positie op het vlak van productieoppervlakte en productievolume pas recent af moeten staan aan Hawke’s Bay. De regio staat bekend voor zijn prachtige natuur. Alle variëteiten worden gekweekt in Nelson.
-
Nieuw-Zeelands meest zuidelijke regio waar appelen worden gekweekt, strekt zich uit over het midden en het zuiden van het zuidelijke eiland. Boomgaarden ontstonden hier 150 jaar geleden na de ondergang van de goudmijnindustrie. Nu staat Otago in voor een belangrijk deel van de Nieuw-Zeelandse export van fruit. De belangrijkste variëteiten zijn Cox Orange Pippin, Red Delicious, Royal Gala, Fuji, Braeburn en Pacific Rose™.